Nederlanders zijn een nuchter volkje. Tenminste, zo zien veel Nederlanders dat graag. Hoewel in Nederland inderdaad vrij kalm op de corona-maatregelen is gereageerd, was en is er ook de nodige onzekerheid. Want wat mag er nu wel? En vooral: wat mag er niet?
Ruim zes op de tien Nederlanders vinden de gedragsregels onlogisch of verwarrend, zo bleek begin deze maand uit onderzoek van het RIVM. Toch een gebrek aan nuchterheid? Intercultureel trainer en coach Ingeborg Lindhoud ging op onderzoek uit en ontdekte ‘losse’ en ‘strikte’ landen – en plaatst daarbij ook een paar kanttekeningen.
Interpretatieruimte
Op sommige momenten leek het erop dat iedere Nederlander de regels op z’n eigen manier interpreteerde – met alle dilemma’s van dien. Zo mocht je tijdens de intelligente lockdown “af en toe een frisse neus halen” (Mark Rutte tijdens de persconferentie van 27 maart jl.). Maar wat is af en toe een frisse neus: de dagelijkse jacht op wc-papier? Of de wekelijkse boswandeling op zondagmiddag? Niemand die wist wanneer die neus fris genoeg was. De regels konden op verschillende manieren worden geïnterpreteerd en het grijze gebied was groot. Een bewuste keus van Rutte en het Outbreak Management Team (OMT). Ze kennen hun pappenheimers en weten: bij te veel strikte geboden en verboden gaan Nederlanders al snel in de contramine.
Moet kunnen
Nederland bestaat een grote tolerantie voor en behoefte aan individuele vrijheid. Dat blijkt uit het uitgebreide SCP-Onderzoek “Denkend aan Nederland” (2019) en uit het onderzoek in 33 landen van de Amerikaanse psycholoog Michele Gelfand, dat ze heeft uitgewerkt in haar boek Rule makers, Rule Breakers (2018). Zij ontdekte dat er verschil bestaat tussen landen met een ‘losse’ cultuur aan de ene kant en landen met een ‘strikte’ cultuur aan de andere kant.
Kenmerkend voor losse landen als Nederland is dat mensen grotendeels zelf bepalen hoe ze zich willen gedragen. Stilstaan voor het rode stoplicht, zelfs als er wijd en zijd niemand te bekennen is? Geen Nederlander die daar serieus over nadenkt. Regels hebben in Nederland, zelfs in corona-tijden, veel interpretatieruimte. Dat past bij de gekoesterde individuele vrijheid.
Ook landen als Italië, Spanje, Brazilië, Zweden en de Verenigde Staten behoren tot de categorie ‘losse’ landen. Niet toevallig die landen waar de overheid in eerste instantie terughoudend reageerde – met alle gevolgen van dien. In Nederland duurde het ook even voor er strenge maatregelen werden genomen. Uiteindelijk hoefden er gelukkig niet zo strenge maatregelen te worden genomen, maar dat had ook anders kunnen uitpakken.
Voortvarende maatregelen
Duitsland valt volgens Gelfands onderzoek in het rijtje landen met een ‘striktere’ cultuur. Waar het losse Nederland een lage score heeft van 3,3 punten, scoren het voormalige West-Duitsland 6,5 punten en de vroegere DDR 7,5 punten. Zo bezien is het niet verbazingwekkend dat het Oost-Duitse Jena als eerste Duitse stad het dragen van mondkapjes in het openbaar leven verplicht stelde.
Meer sociale controle
In landen met een strikte(re) cultuur is er minder individuele vrijheid – omdat er meer aandacht voor het collectief is en/of omdat de overheid repressiever optreedt – en wordt er sneller corrigerend ingegrepen. Wie ooit in een Duitse sauna heeft gezeten met een groepje kletsende Nederlanders, die tijdens de ‘Aufguss’ tot stilte werden gemaand, weet wat ik bedoel! Regels zijn meer geïnstitutionaliseerd en er is meer bereidheid om je aan regels te houden, aan oude én aan nieuwe.
Reactie op bedreiging
Hoe meer bedreigingen een land het hoofd moet bieden, hoe strikter de cultuur. Dat is in een notendop de verklaring van Gelfand voor het ontstaan van losse en strikte culturen. Striktheid als reactie op natuurrampen, oorlogen, terrorisme en epidemieën – er is niet veel fantasie nodig om het je voor te kunnen stellen. Ook mobiliteit, bevolkingsdichtheid (hoe dunner bevolkt, hoe losser) en individuele factoren spelen een rol bij hoe los of strikt een cultuur is.
Zo heeft Nederland zich, ondanks de hoge bevolkingsdichtheid en de dreiging door het water, onder invloed van internationale handel en migratie ontwikkeld tot een open, losse samenleving met een behoorlijke mate aan individuele vrijheid. Duitsland is historisch gezien meestal verdeeld geweest, wat gevolgen had voor de mobiliteit. Daarnaast is het vaker blootgesteld aan bedreigende situaties als natuurrampen en oorlogen. Bovendien is het als industrieland gebaat bij een striktere handhaving van regels.
So far, so good en eigenlijk niets nieuws onder de zon voor wie een beetje bekend is met beide landen. En toch kun je met zulke theorieën, hoe mooi ze ook zijn, niet alles verklaren.
Snelle versoepeling
Interessant is dat juist de vijf deelstaten in het oosten van Duitsland – die met de hogere score – het hardst aandringen op versoepeling van de maatregelen. Zij zijn slechts licht getroffen door covid-19. Enerzijds heeft dat inderdaad te maken met de voortvarende invoering van maatregelen. Anderzijds spelen daarbij ook zaken een rol die typisch zijn voor de oostelijke deelstaten: ze zijn minder dicht bevolkt, hebben een oudere en dus minder mobiele bevolking, hebben geen carnavalstraditie en de mensen hebben minder geld voor bijvoorbeeld een skivakantie.
Juist die laatste twee dingen hebben in het westen van Duitsland (en ook in Noord-Brabant) bijgedragen aan de snelle verspreiding van het virus. In Oost-Duitsland bleef het aantal infecties en slachtoffers echter om voornoemde redenen binnen de perken. Voor de regeringen van de Oost-Duitse deelstaten alle reden om de maatregelen zo snel mogelijk te versoepelen, ook om hun eigen economie met veel MKB-bedrijven op de been te houden. Iets wat dus eigenlijk in tegenspraak is met de striktere Duitse cultuur.
Behoefte aan duidelijkheid
Zoom je in op het Nederlandse plaatje, dan duiken onder het losse oppervlak eveneens afwijkingen op. Wanneer zes op de tien Nederlanders de gedragsregels onlogisch of verwarrend vindt, bestaat er bij een kleine meerderheid van de bevolking blijkbaar behoefte aan meer duidelijkheid en structuur. Dit heeft ongetwijfeld te maken met de bijzondere situatie. Het heeft echter ook te maken met het feit dat het gekoesterde ‘vrijheid blijheid-beeld’ misschien wat bijgesteld mag worden.
Veiligheidstrend
De tolerantie voor risico’s is in Nederland sinds de jaren negentig kleiner geworden. Het lukt steeds beter om risico’s uit te bannen, bijvoorbeeld door betere voorspellingen bij natuurgeweld als storm of overstromingen. Hierdoor verwachten Nederlanders steeds meer dat risico’s vermeden kunnen worden, aldus rechtssocioloog Willem-Jan Kortleven in zijn proefschrift ‘Voorzorg in Nederland’. Een trend die schuurt met de behoefte aan individuele vrijheid en de vraag opwerpt: kunnen losse landen strikter worden? Epidemieën kunnen een cultuur inderdaad flink beïnvloeden, zo blijkt uit Gelflands onderzoek. De felle kritiek in Nederland op de nieuwe coronawet maakt echter ook meteen duidelijk dat de inperking van de individuele vrijheid niet zonder slag of stoot gaat.