Het WK Voetbal is voorbij, Frankrijk heeft – als beste elftal ter wereld – de bokaal in ontvangst genomen. Het beste elftal? In ieder geval het elftal dat de regels der teamkunst het best beheerst. In dat opzicht bood het WK Voetbal weer volop inspiratie voor ‘gewone’ teams op de werkvloer. Wat kunnen Nederlandse, Duitse en interculturele teams van dit WK leren en vooral: hoe kom je als (intercultureel) team tot topprestaties?
Vertrouwen en teamcultuur
Zonder vertrouwen geen teamspirit – en zonder teamgevoel geen topprestaties. Het Nederlands elftal (in de gemiste kwalificatie) en Die Mannschaft hebben in dat opzicht een schrijnend gebrek aan vertrouwen laten zien – in eigen kunnen en vooral in elkaar.
Dit werd bij het Duitse elftal al pijnlijk duidelijk tijdens de voorbereiding op het WK. Voortdurend speelde het elftal oefenwedstrijden in een andere samenstelling. Dat getuigt niet van veel vertrouwen in de spelers en is evenmin bevorderlijk voor een geroutineerd en vertrouwensvol samenspel.
Tijdens het WK zelf blonk Die Mannschaft niet uit in het nemen van aanvallende risico’s, liever speelde men de bal rond op het middenveld. Echter: wie bang is om risico’s te nemen of fouten te maken omdat hij anders wordt gewisseld, kan niet goed presteren. Topprestaties zijn alleen mogelijk in een vertrouwensvolle teamcultuur. Dat geldt voor voetbalelftallen én voor gewone projectteams.
Is het opbouwen van vertrouwen in monoculturele teams al een hele kunst, nog een stukje uitdagender is het voor biculturele Nederlands-Duitse en multiculturele teams. Verschillen in projectmanagement, leidinggeven, afspraken maken en communiceren, maar ook in structuren en besluitvormingsprocessen – om er maar een paar te noemen – kunnen irritaties veroorzaken en daarmee de teamsfeer behoorlijk verzieken.
Mijn top drie van remedies om vertrouwen te bevorderen: bovenaan staat “miteinander reden” – niet voor niets de titel van de bestseller van communicatiespecialist Schulz von Thun. Wie in een vroeg stadium verschillen bespreekbaar maakt, komt gemakkelijker samen tot een oplossing. Kennis van elkaars ‘mindset’ en cultuur (ook andere bedrijfs- en organisatiestructuren zijn cultuurhistorisch bepaald!) bevorderen het begrip voor elkaar en voor de factoren die extra aandacht moeten krijgen om de samenwerking te versoepelen. Essentieel is tot slot het maken van afspraken (ook over hoe je met elkaar omgaat) en vooral je hieraan houden.
Snel omschakelen
Een trend tijdens het WK was het snelle omschakelen op het middenveld, tot in de perfectie beheerst door de teams die de halve finales wisten te bereiken. Dit komt overeen met de ontwikkeling in de samenleving, binnen bedrijven en organisaties naar meer flexibiliteit en agile werken (“VUCA”). De vele projectteams in bedrijven en organisaties zijn op zich al een uiting van deze trend en ook van deze teams wordt verwacht dat ze snel en flexibel reageren.
In cultureel opzicht hebben Nederlanders een lichte voorsprong, omdat snel omschakelen in Nederland handelsland altijd al belangrijk was. Duitsland heeft hier vaak meer moeite mee – over de parallellen tussen de vroege uitschakeling van Die Mannschaft en de politiek-maatschappelijke ontwikkelingen in Duitsland is al veel geschreven.
Voor Nederlands-Duitse teams kan dit verschil een uitdaging zijn. Net als bij de opbouw van vertrouwen zijn ook hier kennis van elkaars cultuur, het bespreken van de verschillende manieren van aanpak en het bepalen welke manier voor het team het beste is (de een, de ander of een combinatie van allebei) belangrijk om problemen in latere fases te voorkomen.
In dat opzicht is er een duidelijk verschil tussen internationale en nationale teams: wat binnen nationale teams vaak vanzelfsprekend is, moet in internationale teams zichtbaar en bespreekbaar worden gemaakt als voorwaarde voor een goede samenwerking. Grensoverschrijdende projectteams hebben daarom een langere aanloopfase voordat ze echt aan de slag kunnen.
Waar ze daarbij rekening mee moeten houden, leest u in het deel 2 van “May the best team win”.